Het landgoed is in handen gekomen van de familie Wttewaall (wordt uitgesproken als ‘Utewaal’) doordat een van de voorvaderen trouwde met een dame Van Zuchtelen die het landgoed in haar bezit had. Ongeveer 200 jaar geleden is het landgoed ontworpen als Engelse landschapstuin met slingerpaden en een grote verscheidenheid aan soorten bomen, die door een van de voorvaderen verzameld zijn.
Er staan onder andere twee Ginko Biloba’s, ook wel genoemd Japanse notenbomen, een Hanekam Beuk, een Juglans Nigra, ofwel een zwarte noot, een Grove Den van 30 meter hoog, een Plataan, en verder voornamelijk eiken, beuken en essen. Omdat het bos al zo oud is zijn de bomen toe aan vervanging. Vandaar dat het laatste jaar verschillende beuken het loodje hebben gelegd met doorsnedes van rond de 1,50 meter.
Oorspronkelijk was het één landgoed, dat na het overlijden van Jacob Wttewaall in 2 landgoederen is verdeeld. Hierdoor heet het ene deel Wickenburgh in bezit van Otto Wttewaall, en het andere deel Wickenburgh-Oost, in bezit van Pim Wttewaall. Van kleins af aan heeft Pim Wttewaall met zijn vader meegewerkt aan het beheer en onderhoud van het landgoed.
De Wickenburghseweg is opgenomen in een van de Houtense fietsroutes. De laan van Wickenburgh-Oost is opengesteld voor wandelend publiek. Het landhuis wordt ook vaak op Monumentendag opengesteld voor publiek en tevens tijdens de Kunstfietsroute.