Het landgoed heeft een groot stuk bos, grenzend aan het Amsterdam-Rijnkanaal, waar een hoop hout uit wordt gewonnen. Veel bomen zijn zo’n 200 jaar geleden tegelijk gepoot toen er een Engelse tuin werd aangelegd, en die vallen dan ook relatief tegelijk (de komende 50 jaar) om. De stammen worden in stukken gezaag, gekloofd en opgeslagen waarna het hout twee zomers kan drogen tot het geschikt is als haardhout. Uiteraard wordt voorzien in nieuwe aanplant
Tegenover het landhuis liggen twee lanen die beide toegankelijk zijn voor publiek kom in te wandelen. Het oostelijk deel ‘de kromme laan’ is bezit van Pim Wttewaall. Deze laan bestaat uit een deel oude en een deel uit nieuwe bomen. In het verdelen is een deel van deze laan ontstaan door aanplant van Zwarte Walnoten (Juglans nigra) door Pim en zijn vader. Momenteel is Pim met de gemeente in overleg over versterking van de laan door de aanplant van een rij tamme Walnoten (Juglans regia).