Geschiedenis

Wickenburgh, voorheen Westenstein, is een voormalig kasteel, nu buitenplaats bij ’t Goy, gemeente Houten in de Nederlandse provincie Utrecht.

Er bestaan aanwijzingen dat Wickenburgh de opvolger is van een hofstede uit de karolingische tijd, de Westrummerhofstede. Het huis werd gebouwd aan de rand van de Westrummerweijde, dat in de vroege middeleeuwen onderdeel uitmaakte van het gebied Westrum, een nederzetting waar omheen akkers en weidegebieden lagen. Een kaart uit 1641 laat voor het huis een ronde vijver zien met daarin een rond eiland. Op dit eiland zou op een verhoging een in hout opgetrokken hoogmiddeleeuws mottekasteeltje kunnen hebben gestaan.

De eerste vermelding van Westenstein in historische bronnen dateert uit 1300. Het was vermoedelijk een uit steen opgetrokken huis waar omheen een gracht lag. 14e-eeuwse muurresten die onder het huidige gebouw gevonden zijn hadden een te geringe dikte (circa 60 cm) voor een woontoren. Bij een recente verbouwing van het huidige pand werd een kelder ontdekt die gezien het steenformaat nog een restant kan zijn van het huis Westenstein.

Het huis Westenstein is vermoedelijk al in het midden van de 14e eeuw verwoest, waarna met gebruikmaking van delen van dit oude huis een nieuw huis werd gebouwd, waarschijnlijk een grote dwarshuisboerderij. De naam Wickenburgh komt voor het eerst voor omstreeks 1381.

Een contract uit 1662 wijst uit dat een deel van de boerderij als zomerverblijf voor de eigenaar in gebruik was, de rest van het gebouw werd verpacht.

Volgens een tekening uit 1794 was het gedeelte dat dienst deed als zomerverblijf rond 1780 met een verdieping verhoogd en verbouwd tot herenhuis met classicistische trekken. Tot 1814 behield Wickenburgh zijn tweeledige functie van buiten en boerderij. Daarna werd het achterhuis gesloopt en tussen 1860 en 1870 werd het voormalige boerderijgedeelte tot dezelfde hoogte opgetrokken als het herenhuis.

In 1951 ging een deel van het huis in vlammen op.

Van het huis Westenstein resten nog delen van de funderingen en mogelijk nog enkele stukken van het opgaande muurwerk onder en in het huidige pand. De grachten zijn in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw gedempt, het laatste stuk omstreeks 1810.

bron: Wikipedia